Evaluatie van de binnenluchtkwaliteit (pollutie door chemische producten (VOS screening, meting van formaldehyde), microbiologische pollutie (bacteriën, schimmels…) omgevingsfactoren (temperatuur, vochtigheid, CO …). Het zoeken naar verbetering van de luchtkwaliteit in functie van de resultaten en van de waargenomen situatie.
Doelstellingen
Deze interventie is gericht op het evalueren van de luchtkwaliteit in de nietindustriële werklokalen door meting van bepaalde parameters en rekening houdende met getuigenissen van de werknemers.
Programma
• Observatie van de werkposten en van de uitgevoerde taken: ramen/vensters/ gordijnen, afzuig/blaassysteem, lokalisatie van ventilatieopeningen, fysieke activiteiten van de operatoren, werkruimtes en hun bezetting, werkomgeving (aanwezigheid van planten, tapijt, recent uitgevoerde verbouwingen, nieuwe meubels …).
• Screening van chemische agentia of meting van de concentratie van specifieke chemische stoffen.
• Microbiologische screening (bacteriën, schimmels, mijten…).
• Metingen over een beperkte duur (1/2 dag of meerdere dagen) van parameters zoals temperatuur, relatieve vochtigheid, CO2 concentratie.
• Steekproefmetingen van de luchtsnelheid (schatting van de efficiëntie van het ventilatiesysteem).
• De resultaten worden vergeleken met de observaties van de werkomgeving en de klachtenmeldingen van het personeel.
• Analyse van de verschillende steekproefresultaten.
Methode
De evaluatie van de luchtkwaliteit gebeurt op basis van de resultaten van de diverse uitgevoerde analyses volgens de richtlijnen van de WHO, de ANSES en op basis van referentiedocumenten zoals het « Sick Building Syndrome » van Prof. J. Malchaire.
De metingen van de verschillende te onderzoeken factoren worden uitgevoerd door de hygiënist.
De hygiënist werkt samen met een analyselaboratorium dat erkend is voor analyses van chemische stoffen en met het WIV (Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid) voor de microbiologische analyses.
Doelpubliek
Werkgever, leden van de hiërarchische lijn, leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk, interne preventiedienst.
Interventieplaats
In het bedrijf zelf.