Jobstudenten hebben nog niet de ervaring die nodig is om de risico’s die ze lopen bij het uitvoeren van hun taken, correct te kunnen analyseren en beoordelen.
Daarom onderstreept de codex welzijn het belang om een specifieke risicoanalyse uit te voeren voor elke werkpost.
Die moet rekening houden met het eventuele risico voor de veiligheid, fysieke en mentale gezondheid van de werkende jongere in een specifieke context van gebrek aan ervaring.
CESI kan u helpen om deze risicoanalyse uit te voeren (risicobeheer@cesi.be)
Het is verboden om jobstudenten bloot te stellen aan volgende risico’s:
- Toxische, mutagene, kankerverwekkende, reprotoxische agentia met een schadelijke invloed op de foetus tijdens de zwangerschap of met elk ander chronisch schadelijk effect op de mens, biologische agentia van groep 3 en 4 zoals vermeld in artikel VII.1-3 (Sars-Cov2)
- Ioniserende straling
- Aanstelling voor een veiligheidsfunctie
- Risico’s op ongeval waarvan men kan veronderstellen dat jongeren ze niet kunnen identificeren of voorkomen omwille van een gebrek aan ervaring
- Extreme temperaturen (kou of warmte)
- Geluid of trillingen
- Aanstelling voor soldeerwerken
- …
Sommige afwijkingen kunnen worden toegestaan onder voorwaarden:
Afwijking Chemische – fysische – biologische agentia; Art.X.3-11
- De jobstudent is minstens 18 jaar oud
- Hij/zij volgt studies in een richting die overeenstemt met de activiteiten waarop de verbodsrichtlijn van toepassing is
Afwijking – Bediening van gemotoriseerde toestellen – Art.X.3-11§ 2
- Besturen van een clark: verbod zonder mogelijke afwijking
- Besturen van een transpallet of platformtruck:
- Toegestaan vanaf 16 jaar als het gaat om een voertuig met een meelopende bestuurder waarvan de snelheid beperkt is tot 6 km/u en waarvan de bedieningsorganen van een type zijn dat een permanente actie van de bestuurder vereist en die, wanneer ze aan zichzelf overgelaten worden, automatisch in de neutrale stand terugkeren en de rem in werking stellen
- Toegestaan vanaf 18 jaar als de snelheid van het rijden in onbelaste toestand en op vlak terrein beperkt is tot 6 km/u voor een voertuig met meelopende bestuurder en tot 16 km/u voor toestellen met meerijdende bestuurder en waarvan de bedieningsorganen van een type zijn dat een permanente actie van de bestuurder vereist en die, wanneer ze aan zichzelf overgelaten worden, automatisch in de neutrale stand terugkeren en de rem in werking stellen