Publié le 23·11·2023

De vertrouwenspersoon

De wet adviseert de aanstelling van een of meerdere vertrouwenspersonen in de organisatie. Deze eerstelijnsfunctie heeft een grote toegevoegde waarde bij het omgaan met en voorkomen van psychosociale risico’s.

Vertrouwenspersoon: verplicht voor ondernemingen met minstens 50 werknemers

Telt uw onderneming 50 werknemers of meer? Dan dient u vanaf 1st December 2023 een vertrouwenspersoon aan te stellen. 

Tot dusver was de aanstelling van een vertrouwenspersoon in de onderneming niet verplicht maar werd het wel aangeraden. De enige uitzondering was wanneer alle vertegenwoordigers van de werknemers binnen het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging erom vroegen. Daar komt binnenkort verandering in: Daar komt verandering in: de wet van 5 November 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen zal de aanstelling van een vertrouwenspersoon verplichten voor bedrijven met minstens 50 werknemers.

Wat is zijn/haar rol?

De vertrouwenspersoon is een persoon binnen de organisatie die kan tussenkomen als eerste aanspreekpunt bij psychosociale problemen op het werk (relationele of organisatorische moeilijkheden).

De vertrouwenspersoon is gebonden door het beroepsgeheim en vervult een luisterende, informerende en adviserende rol. Hij kan enkel tussenkomen bij informele procedures en kan in die hoedanigheid werknemers begeleiden en verzoeningen organiseren om de arbeidsrelatie te verbeteren. Hij kan ook een rol spelen bij het uitwerken van interne procedures en het meer algemene preventiebeleid. Hij moet ook de gegevens van door hem behandelde incidenten die zich herhaaldelijk hebben voorgedaan, doorgeven aan de preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS).

Hij maakt deel uit van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) en wordt gevraagd om deel te nemen aan het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) wanneer thema’s die verband houden met psychosociale risico’s worden aangesneden. 

Hij werkt volledig autonoom, krijgt genoeg tijd om zijn taken uit te voeren en beschikt over een gepast lokaal om dit in alle vertrouwelijkheid te kunnen doen. Hoewel hij geen specifieke bescherming geniet tegen ontslag, mag hij geen nadeel ondervinden van zijn bezigheden als vertrouwenspersoon.

Bij gebrek aan vertrouwenspersoon neemt de PAPS (intern of extern) alle informele psychosociale opdrachten op zich.

Hoe de juiste vertrouwenspersoon kiezen?

Om de neutraliteit van de vertrouwenspersoon te waarborgen kunnen onderstaande personen niet aangesteld worden om deze rol te vervullen:

  • Preventieadviseurs/arbeidsartsen;
  • Afgevaardigden van de werkgever of het personeel (of wie kandidaat is voor deze functie tijdens sociale verkiezingen) op de OR en/of het CPBW;
  • Vakbondsafgevaardigden;
  • Leidinggevend personeel (noteer dat een lid van de hiërarchische lijn de functie van vertrouwenspersoon kan vervullen, op voorwaarde dat hij geen deel uitmaakt van het leidinggevend personeel);

Elke andere persoon kan in aanmerking komen voor deze functie.

Een van de belangrijkste troeven van de interne vertrouwenspersoon is de goede kennis van de organisatie, de werking ervan en de verschillende mensen die er werkzaam zijn. Met die kennis heeft hij directe toegang tot hulpmiddelen en kan hij sneller ingrijpen. De vertrouwenspersoon is vlot toegankelijk voor werknemers. Het is ook essentieel dat mensen die deze rol vervullen relationele competenties hebben, een goed luistervermogen en zich neutraal kunnen opstellen.

Procedure voor de aanstelling van de vertrouwenspersoon

De werkgever dient het akkoord te krijgen van alle leden van het CPBW (of bij gebrek daaraan van de vakbondsafvaardiging of de werknemers) om de vertrouwenspersoon aan te stellen. Als hij geen akkoord krijgt, dient hij advies te vragen aan de inspectie van toezicht op het welzijn op het werk dat een aanbeveling zal doen. Als de werkgever het advies van de inspectie niet volgt bij de aanstelling van de vertrouwenspersoon, dan dient hij de redenen door te geven aan het CPBW. 

Zodra aangesteld, dienen de gegevens van de vertrouwenspersoon opgenomen te worden in het arbeidsreglement maar ook vlot toegankelijk te zijn voor werknemers op een relevante plek (affiches, intranet,). De Codex Welzijn op het werk verplicht de opleiding van de vertrouwenspersoon binnen de twee jaar die volgen op de  aanstelling.

Wij begeleiden u bij het aanstellen van uw eerste vertrouwenspersoon

Tijdens die begeleiding – met een duur aangepast aan uw behoeften – stellen we u drie modules voor:

Tijdens de eerste module krijgt u meer informatie over uw wettelijke verplichtingen inzake de aanstelling en opleiding van vertrouwenspersonen. Die kan gegeven worden aan de werkgever, de leden van het CPBW, de verantwoordelijken voor interne preventie, mogelijke kandidaten voor de post van vertrouwenspersoon of aan de werknemers.

Daarna zullen we u, in functie van uw behoeften, helpen om het functieprofiel op te stellen van de vertrouwenspersoon. Wij kunnen u ook begeleiden bij het rekruteringsproces.

Ten slotte zullen we onze follow-up afsluiten door een preventieadviseur psychosociale aspecten ter beschikking te stellen die de pas aangestelde vertrouwenspersoon zal helpen bij het innemen van zijn functie.

Meer producten

Opleidingen en supervisie

CESI geeft de opleiding ‘Vertrouwenspersoon’ vereist door de wet. Deze persoon is inderdaad verplicht om een opleiding van minimaal vijf dagen te volgen binnen de twee jaar die volgen op de aanstelling. Wij organiseren ook de modules voor jaarlijkse supervisie vereist door de wetgeving.

Ons team met preventieadviseurs psychosociale aspecten is trouwens beschikbaar om u te adviseren bij elke vraag over het invoeren van de functie ‘vertrouwenspersoon’ in uw organisatie.

Meer producten

Wettelijke referenties

  • Codex welzijn op het werk – Boek 1 – Title 3 – Preventie van psychosociale risico’s op het werk
  • Koninklijk Besluit van 10 april 2014.
  • Wet van 28 februari 2014 (tot aanvulling van de welzijnswet voor werknemers) ;
  • Wet van 28 maart 2014 (tot wijziging van de gerechtelijke procedures inzake het ODR)) ;

Meer vragen over psychosociale risico's?