De vertrouwenspersoon is een persoon binnen de organisatie die kan tussenkomen als eerste aanspreekpunt bij psychosociale problemen op het werk (relationele of organisatorische moeilijkheden).
De vertrouwenspersoon is gebonden door het beroepsgeheim en vervult een luisterende, informerende en adviserende rol. Hij kan enkel tussenkomen bij informele procedures en kan in die hoedanigheid werknemers begeleiden en verzoeningen organiseren om de arbeidsrelatie te verbeteren. Hij kan ook een rol spelen bij het uitwerken van interne procedures en het meer algemene preventiebeleid. Hij moet ook de gegevens van door hem behandelde incidenten die zich herhaaldelijk hebben voorgedaan, doorgeven aan de preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS).
Hij maakt deel uit van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) en wordt gevraagd om deel te nemen aan het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) wanneer thema’s die verband houden met psychosociale risico’s worden aangesneden.
Hij werkt volledig autonoom, krijgt genoeg tijd om zijn taken uit te voeren en beschikt over een gepast lokaal om dit in alle vertrouwelijkheid te kunnen doen. Hoewel hij geen specifieke bescherming geniet tegen ontslag, mag hij geen nadeel ondervinden van zijn bezigheden als vertrouwenspersoon.
Bij gebrek aan vertrouwenspersoon neemt de PAPS (intern of extern) alle informele psychosociale opdrachten op zich.