Thema
Supervisie/bijscholing voor vertrouwenspersonen.
Doelstellingen
- De kennis over het wettelijke kader en de interventieprocedures uitdiepen en/of opfrissen.
- Om de principes en het kader van de interventies te begrijpen, moeten we ze eerst dui- delijk afbakenen. Met een gemeenschappelijke definitie kunnen we een gedeeld kader bieden aan alle deelnemers en de reflecties en acties coördineren.
- De bekwaamheden verbeteren en praktische instrumenten bieden zodat deelnemers op een adequate manier kunnen reageren wanneer ze geconfronteerd worden met een verzoek/probleem op het gebied van psychosociale risico’s.
- Door ervaringen uit te wisselen en te oefenen voor mogelijke interventies bouwt de vertrouwenspersoon zijn/haar capaciteit op om zelfstandig dossiers af te handelen en snel, efficiënt en kwaliteitsvol te reageren.
Programma
1 dag: theoretisch gedeelte + praktisch gedeelte. ½ dag: theoretisch gedeelte of praktisch gedeelte.
Er kunnen verschillende thema’s voorgesteld worden afhankelijk van de interesse van de deelnemers of de actualiteit. Dit zijn enkele voorbeelden:
Theoretisch gedeelte:
- Wettelijk kader betreffende de rol en het statuut van de vertrouwenspersoon:
- Wettelijke context.
- Definities.
- Toepassingsgebied.
- Actoren in de preventie van psychosociale risico’s.
- Collectieve preventiemiddelen.
- Individuele preventiemiddelen.
- Externe en formele procedures.
- Gekende obstakels.
- Psychosociale risico’s in theorie:
- Psychosociale risico’s: definitie.
- Psychosociale risico’s: hulpbronnen.
- Psychosociale risico’s: factoren.
- Psychosociale risico’s: schade.
- Psychosociale risico’s: analyse.
Praktisch gedeelte:
- Gesprekstechnieken:
- Gesprek met de aanvrager.
- Gesprek met de aangeklaagde.
- Gesprekstechnieken.
- Beheersing van emoties.
- Deontologie voor de vertrouwenspersoon.
- Probleemsituaties beheersen:
- Soorten relationeel leed.
- Bemiddeling.
- Verzoek tot formele interventie.
- Casestudy’s.
- Rollenspelen.
Deze supervisie wordt voorzien in Bijlage I.3-1 van het Codex -K.B.28.04.2017- Boek I – Algemene beginselen – Titel 3 – Psychosociale risico’s.
Methode
- Collectieve en interactieve uiteenzettingen.
- Theorie + praktische oefeningen (rollenspellen en casestudy’s).
- Grootte van de groep: minimaal 8 en maximaal 15 personen om uitwisselingen en praktische oefeningen goed te laten verlopen.
- Opleiding gepland in een CESI-centrum (inter-bedrijf) of opleiding in uw onderneming (intra-bedrijf).
Doelpubliek
Vertrouwenspersonen (die de basisopleiding al afgerond hebben), interne preventieadviseurs.